PvdA – Conflict Keizer Karel Podia

Nijmegen, 23 januari 2009
 
Naar aanleiding van het conflict tussen het personeel van de Keizer Karel Podia en directeur Albert Krielen en de onduidelijkheid over zijn vergoeding en arbeidsvoorwaarden, stelt de PvdA vragen aan het college. De PvdA wil weten wat de directeur jaarlijks verdient en wat zijn arbeidsvoorwaarden zijn.
 
 
Nijmegen, 23 januari 2009

Aan: Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen
Van: Rutger Zwart, PvdA-fractie Nijmegen
Betreft: Schriftelijke vragen, conform artikel 39 van het reglement van orde
Onderwerp: Arbeidsovereenkomst en vergoeding directeur KKP
Geacht College,

Bij de bespreking van het conflict tussen het personeel van de Keizer Karel Podia en de directeur is ook aandacht geweest voor de aard van de arbeidsovereenkomst en de hoogte van de jaarlijkse vergoeding voor de directeur/bestuurder. In de Kamervergadering van 17 december is van de zijde van het college gesteld dat deze vergoeding ‘ver beneden de Balkenende-norm’ ligt. In de publicaties in de Gelderlander van zaterdag 17 januari en dinsdag 20 januari worden bedragen genoemd van jaarlijks rond de € 180.000. Ook in brieven van de OR worden voortdurend vraagtekens geplaatst bij de aard van de arbeidsovereenkomst en de hoogte van de jaarlijkse vergoeding. De PvdA-fractie is van mening dat transparantie en duidelijkheid inzake deze kwesties van groot belang is. Daarom willen wij graag de volgende vragen aan u stellen:

1. Wat is de aard van de arbeidsovereenkomst met de directeur/bestuurder van de Keizer Karel Podia? Is er sprake van een arbeidsovereenkomst, een managementovereenkomst of een andere overeenkomst? Wie zijn de contractpartners? Wanneer is de overeenkomst gestart? Wat is de duur en de looptijd van de overeenkomst? Hoe vaak is de overeenkomst verlengd?

2. Volgens artikel 17 van de statuten van de NV Mensec worden bestuurders door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders benoemd. Wanneer heeft deze benoeming plaatsgevonden? Wat is de aard van deze benoeming geweest: directeur, bestuurder?

3. In hoeverre is er sprake van een interim-situatie (geweest)? Klopt het dat een van de opdrachten van de interim-directeur was om een nieuwe directeur te vinden, zoals de OR beweert?

4. Welke afspraken zijn er gemaakt over de vergoeding/beloning? Beschikt u over iets als een managementletter met afspraken?

5. Hoe hoog zijn de feitelijke betalingen jaarlijks geweest die verband houden met de in vraag 1 bedoelde overeenkomst? Kunt u een overzicht verstrekken van de jaarlijkse vergoedingen sinds de start van de overeenkomst?

6. Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor 1 maart 2009, zodat we de antwoorden kunnen betrekken bij de bespreking van de door u op 17 december toegezegde rapportage?

Met vriendelijke groet,
Namens de PvdA-fractie,
Rutger Zwart