Proef met subsidie voor deelauto in Nijmegen

Nijmegen, 15 februari 2008
 
De gemeente Nijmegen betaalt bij wijze van proef mee aan een deelauto van Greenwheels in Oosterhout gem. Nijmegen. Greenwheels heeft nog te weinig klanten in deze wijk om er een uitgiftepunt te beginnen. De gemeente staat daarom een jaar lang garant voor het exploitatieverlies van de deelauto, een Peugeot 107. Op deze manier hoopt Nijmegen de groei van het klantenbestand van Greenwheels in deze wijk te stimuleren waardoor het uitgiftepunt op termijn wél rendabel wordt.

De gemeente Nijmegen hecht veel waarde aan deelauto’s omdat deze een goed alternatief kunnen zijn voor het aanschaffen van een auto, en dan vooral een tweede auto. Dit draagt bij aan het temperen van de groei van het autogebruik en parkeerdruk in de wijken, het verminderen van de druk op het wegennet en aan het terugdringen van luchtvervuiling en CO2-uitstoot.
Juist in Nijmegen-Noord vindt de gemeente het stimuleren van alternatieven voor een tweede auto belangrijk. Nijmegen-Noord is namelijk een wijk waar het autobezit 50 procent hoger ligt dan in de rest van Nijmegen. De huishoudens in de bestaande stad hebben gemiddeld 0,8 auto’s per huishouden beschikaar, in Nijmegen-Noord is dit gemiddelde 1,2 auto’s per huishouden. De Greenwheels-auto in Oosterhout komt te staan aan de Jonagoldstraat. Greenwheels biedt in Nijmegen-Noord ook al een deelauto aan in Lent.

Deelauto’s worden in steden steeds populairder. In Nijmegen zijn de bedrijven FriendlyCar (www.friendlycar.nl) en Greenwheels (www.greenwheels.nl) actief. Samen hebben zij ruim 40 uitgiftepunten in de stad. 24 uur per dag kunnen klanten een auto reserveren via de websites van deze bedrijven of per telefoon. Vervolgens kunnen ze per direct met de dichtstbijzijnde beschikbare auto op weg. Dit betreft in de meeste gevallen een Peugeot 107, op dit moment de milieuvriendelijkste auto met benzinemotor. Tevens ligt in alle auto’s van Greenwheels in Nijmegen een parkeervergunning waarmee overal in de stad geparkeerd mag worden.

Bron: Gemeente Nijmegen