Nijmegen, 17 oktober 2008
WEES ZORGVULDIG BIJ TOEPASSING SAMENSCHOLINGSVERBOD
De burgemeester van Nijmegen heeft besloten om een samenscholingsverbod actief te gaan inzetten in de wijk
Meijhorst. Tijdens de 2 weken durende gebiedsontzegging voor 56 jongeren hebben zij niet voor ongeregeldheden
gezorgd in de wijk. Na de instelling van de gebiedsontzegging is veel onrust, wantrouwen en onzekerheid ontstaan
over de accuraatheid van de lijst. GroenLinks heeft haar onvrede uitgesproken over de ingezette maatregel en een
oproep gedaan te werken aan perspectief voor de jongeren en een betere integrale preventieve aanpak. Perspectief
voor de jongeren in de vorm van scholing, werk en voorzieningen en trajectbegeleiding of opvoedingsondersteuning
aan de ouders. Door de snelle en onvoldoende onderbouwde inzet van het aangekondigde samenscholingsverbod
vreest GroenLinks dat we weer overhellen naar repressie en niet het gewenste perspectief kunnen bieden. Volgens
de fractie van GroenLinks is het onbegrijpelijk dat er na deze opgedane ervaring wederom een onvoldoende
onderbouwde maatregel wordt ingesteld. Het nader omschrijven van desbetreffende gedragingen en de criteria
waaraan door de politie getoetst kan worden is noodzakelijk volgens GroenLinks en dat ontbreekt nu. Toepassing van
het samenscholingsverbod is onvoldoende door het college uitgewerkt in nadere beleidsregels.
De fractie van GroenLinks heeft de volgende vragen:
1. Waarom is er gekozen voor het actief inzetten van deze strenge maatregel?
2. Volgens De Gelderlander zal deze maatregel alleen voor de wijk Meijhorst gelden.
Waarom is gekozen voor de inzet in alleen deze wijk?
3. Waarom is er gekozen om niet een samenscholingverbod te koppelen aan een specifieke grootte van een
groep? Zou het dan ook kunnen betekenen dat 2 mensen die “samenscholen”al in overtreding zijn?
4. Deze maatregel zal niet alleen gelden voor de 56 jongeren die een gebiedsontzegging kregen,
a. hoe verhoudt zich dat ertoe dat alleen deze jongeren een brief kreeg van de burgemeester waar het
samenscholingsverbod in werd aangekondigd?
b. Als dat verbod ook zou gelden voor andere jongeren hoe gaat het college alle jongeren hiervan op de
hoogte stellen?
5. Het college heeft steeds de nadruk gelegd op de etniciteit van de overlastgevende jongeren waardoor de
hele Marokkaanse gemeenschap zich onnodig gestigmatiseerd voelde. Hoe gaat het college
a. dit vertrouwen weer herstellen?
b. zorgen dat de uitvoering en handhaving van deze maatregel niet etnisch gericht zal kunnen plaatsvinden?
6. Door deze maatregel zouden overlastgevende jongeren zich gewoon tot andere wijken kunnen
wenden waar die maatregel niet gelden. Hoe denkt het college dat te voorkomen?
7. Waarom werd er niet gekozen voor het uitwerken in beleidsregels van de bepaling in de APV?
8. Is het college ook met ons van mening dat heldere criteria noodzakelijk zijn en dat het inderdaad mogelijk is
in beleidregels de gedragingen van bijvoorbeeld wanordelijkheden en uitdagend gedrag nader te
omschrijven zoals ook in gemeente Gouda is gebeurd rond lawaaihinder?
9. Is het college bereid om deze beleidsregels en criteria nader uit te werken na overleg met een
“klankbordgroep”bestaande uit wijkmedewerkers, wijkbewoners de OM en Politie?
10. Is het college bereid om in de tussentijd de inzet van de maatregel samenscholingverbod op te schorten?