Op 1-2-3 september komen in samenwerking met de gemeente Nijmegen (Hartje Nijmegen) een interactief kunstwerk tot stand met geurende Romeinse bloemen en kruidenplanten. Beeldend kunstenaar Boudewijn Corstiaensen start met zijn werkgroep door een performance (‘Museum van de Romeinse Flora’) ten uitvoer te brengen in de Barbarossa ruïne om 13.00 uur. Iedereen is hierbij van harte uitgenodigd. Ook op 10 -20 -30 september starten wij vanuit de Barbarossa ruïne om 13.00 uur met een speciale fietstocht.
100 jaar Radboud universiteit
Stephan Mols, bijzonder hoogleraar aan de Radboud Universiteit, departement geschiedenis, kunstgeschiedenis en oudheid en Limes expert (UNESCO Werelderfgoed), fietst op 30 september met ons mee. Tijdens de fietstocht door de binnenstad worden de geurende kruidenplanten onder speciale aandacht gebracht, door de geurende plantjes uit te gaan delen aan voorbijgangers in de binnenstad.
Performance en fietstocht vanuit Barbarossa ruïne
Met een ‘Museum van de Romeinse Flora’ worden verschillende Romeinse bloemen en kruidenplanten in beeld gebracht en komen de bloemen en kruidenplanten centraal te staan in de beeldende kunst. Voor de performance komen verschillende Romeinse plantensoorten met Latijnse namen in beeld, die speciaal op vlaggenstof afgedrukt zijn, zodat ook de wind een speciale rol zal gaan krijgen tijdens de performance van de werkgroep.
Historische wind door de binnenstad
De wind die tijdens onze fietstocht en door de kunstvlaggen zal gaan waaien, heeft ook in het verleden voor de verspreiding van de zaden van wilde bloemen en planten aan de Waal gezorgd. Het is duidelijk dat de Romeinen het rivierenlandschap met het uitzicht op de Waal vanuit de stad Nijmegen, als bijzonder strategisch uitkijkpunt van de stad hebben ervaren. Het uitzicht toonde de groei van de wilde bloemen en kruiden en de Wede planten, die nu nog steeds her en der in het rivierenlandschap groeien en bloeien. De Romeinen gebruikten de Wede planten om blauwe verfstoffen te winnen, die zij gebruikten om wollen stoffen te verven voor hun mantels.