Boer zoekt (Nijmeegse) consument!
Nijmegen, 17 januari 2008
Burgers in Nijmegen en in de omgeving zijn trots op hun streek, niet alleen op het natuurschoon maar ook op het voedsel dat boeren produceren. Zij willen op allerlei terreinen de band tussen stad en land aanhalen. Gezamenlijk zijn een aantal van hen tot voorstellen gekomen in het visiestuk ‘Nijmegen Duurzaam Gezond’
De doelstelingen daarin zijn:
– Bevordering van de consumptie van gezond voedsel in Nijmegen, en bevordering van gezonde eet- en leefgewoonten, met name bij jongeren;
– De ecologische voetafdruk van de Nijmegenaren verkleinen door bevordering van de consumptie van seizoensgebonden en zo duurzaam mogelijk geproduceerd voedsel uit de omgeving.
– Een nauwere verbinding tussen stad en platteland tot stand brengen, ter bevordering van een aangenaam en gezond leef- en werkklimaat in de regio
Deze doelstellingen worden in het visiestuk ‘Nijmegen Duurzaam Gezond’ verder uitgewerkt.
Inmiddels zijn (gelukkig) al enkele van de daarin genoemde elementen opgenomen in de ‘Kadernotitie Klimaat’:
– streekproducten op bl 16
– school(werk)tuinen op blz 26.
In het visiestuk ‘Nijmegen Duurzaam Gezond’ presenteren wij de twee genoemde elementen in een bredere context samen met nog een aantal andere voorstellen, zoals het terugdringen van obesitas vooral bij jongeren; catering binnen gemeentelijke en maatschappelijke instellingen en (bedrijfs)restaurants, fiets- en wandelroutes, meer contact tussen jongeren en platteland, ’Nijmegen menu’, aandacht voor streekproducten in of bij het geplande ‘Natuurcentrum Rivieren Nederland’, etc. De band tussen stad en platteland aanhalen: wij gáán ervoor!
Het stuk ‘Nijmegen duurzaam gezond’ wordt in de raadsvergadering van 23 januari aan de gemeenteraad van Nijmegen aangeboden.
Wij vragen de gemeenteraad onze voorstellen integraal op te nemen in de kadernotitie klimaat en in het gezondheidsplan van wethouder Scholten.
Nijmegen Duurzaam Gezond!
Inleiding:
Onder de bevolking van Nijmegen leefde in 2007 enige scepsis aangaande ‘Nijmegen Gezonde Stad’, en met name jegens de engelstalige affichering als ‘Nijmegen City of Health’.
Een aantal Nijmeegse burgers en burgers uit het buitengebied hebben toen getracht een meer op de burger gerichte invulling te geven van het eerder door de gemeente gepresenteerde concept. Het is een invulling waar de gezondheid van de bewoners (nog) meer baat bij heeft, en dat is de stimulering van een gezonde VOEDING in een duidelijke relatie met de gezonde en mooie GROENE OMGEVING. Bovendien kan door wijzigingen in de voedselstroom de DUURZAAMHEID worden bevorderd (CO2 reductie).
Tot onze vreugde zijn inmiddels al enkele hieronder genoemde elementen opgenomen in de ‘Kadernotitie Klimaat’ : streekproducten op blz 16 en school(werk)tuinen op blz 26.
Wij presenteren hier onze visie waarin die twee elementen in een bredere context samen met andere aanbevelingen worden gepresenteerd. Wij vragen de gemeenteraad deze voorstellen te overwegen en de aan het slot geformuleerde aanbevelingen over te nemen en toe te voegen aan de kadernotitie klimaat en aan het gezondheidsplan van wethouder Scholten.
Nijmegen DUURZAAM gezonde stad in een GROENE OMGEVING
Gezonde voeding
Een gezonde manier van leven houdt in: meer bewegen, maar vooral: gezond eten. Ongeveer 70% van alle ziekten is op een of andere manier gerelateerd aan voedsel. De belangrijkste daarvan zijn hart- en vaatziekten, diabetes, overgewicht en allergieën.
Zwaarlijvigheid onder jongeren is een ernstig probleem aan het worden. Volgens gegevens van de GGD lijdt 14,5% van de Nijmeegse kinderen tussen 5 en 13 jaar aan matig tot zwaar overgewicht. Dat beperkt in hoge mate hun kwaliteit van leven omdat ze door sociale uitsluiting vaak in een vicieuze cirkel belanden. Bovendien doet het nu en in de toekomst ook een behoorlijke aanslag op het gezondheidsbudget. Naast gebrek aan beweging is ook de hoeveelheid en de kwaliteit van het voedsel debet aan zwaarlijvigheid Niet meer dan 40% van de Nijmeegse jongeren eet dagelijks groente, en slechts 31% eet dagelijks fruit.
Duurzaamheid
Door middel van de voedselvoorziening kan ook nog een slag gemaakt worden op het gebied van duurzaamheid. Duurzaamheids aspecten moeten in deze tijd van klimaatverandering op alle gebieden worden meegenomen. Voeding biedt een mooie mogelijkheid tot scoren op dit gebied: 40% van de zogenaamde ‘ecologische voetafdruk’ van stadsbewoners is aan voedsel gerelateerd. De Nederlander gebruikt gemiddeld per persoon 4.4 hectare aardoppervlak, terwijl een eerlijk aarde-aandeel 1,8 ha zou beslaan. Wij zouden mee moeten werken aan de verkleining van onze voetafdruk door te bevorderen dat binnen Nijmegen voedsel uit de regio wordt geconsumeerd (minder transport) : seizoensgebonden voedsel (minder verwarming nodig), duurzaam geproduceerd, en als het kan ook nog biologisch.
Wethouder Jan van der Meer propageerde dit al in zijn openingswoord tijdens het Streekgala 2007:
“……. Een beter milieu begint bij je bord. ‘Hoeveel CO2 heb jij vandaag op je bord?’ moet dan ook de hamvraag zijn aan de keukentafel….”. (zie verder bijlage 1)
Een zoveel mogelijk gesloten kringloop kan slechts op lokaal/regionaal niveau bereikt worden. Dit vraagt om een gesloten voedselketen in de regio, waarbij de productie van grondstoffen, de voedselproductie en –verwerking en het hergebruik van afvalstromen met elkaar worden verbonden (zo mogelijk gebaseerd op ‘cradle to cradle’ (bijlage 2).Door duurzame innovaties in de land- en tuinbouw in de regio en door het uitbouwen van een streekgebonden infrastructuur kan een grote milieuwinst worden gerealiseerd: een Groene Stad in een duurzaam groene omgeving.
Wij prijzen ons gelukkig met de activiteiten van ‘Streekgala’: een producenten-initiatief dat aan het uitgroeien is tot een grote grensoverschrijdende streekcoöperatie die op termijn genoeg zal kunnen aanleveren om aan de vraag in Nijmegen en andere plaatsen te voldoen. ‘De stad wil een band met de Ooypolder’ kopt de Gelderlander – laat dat ook een verbinding zijn met de producten en producenten diezelfde Ooypolder maar ook in de wijdere omgeving van Nijmegen.
Groene omgeving
Gezondheid kan niet los worden gezien van een gezonde leefomgeving. De gezondheid van mensen is gebaat bij het (her)ontdekken van wezenlijke waarden als rust, ruimte, schoonheid, het ritme van de seizoenen en het contact met planten en dieren. Groen blijkt op allerlei manieren de gezondheid te bevorderen. Door de stad Nijmegen te verbinden met haar groene omgeving, de ‘Buitenhof’ van Nijmegen, wordt een directe verbinding gelegd tussen de Stad en het Land. Buitenhof in dubbele betekenis: de ‘hof’ als (landschaps-)tuin (beheerd en onderhouden door boeren) en de hof als moestuin.
De natuurorganisaties spelen in de omgeving al een belangrijke rol, maar door vanuit de stad ook de landbouw in de omgeving te stimuleren kan de stad bijdragen aan de instandhouding van de boerenbedrijven en een aantrekkelijk platteland. Aantrekkelijk voor jonge en oude Nijmegenaren maar ook voor toeristen.
Rol van de overheid?
De afgelopen decennia was sprake van een ‘terugtredende overheid’: de markt zou zijn werk wel doen. Inmiddels wordt duidelijk dat in veranderingsprocessen die niet door de markt tot stand komen de overheid wel degelijk haar rol zal moeten opnemen, ook de lokale overheid. Als de overheid haar burgers serieus neemt jaagt zij veranderingsprocessen aan die oplossingen kunnen bieden voor hedendaagse vraagstukken waar die burgers mee geconfronteerd worden, zoals vraagstukken op het gebied van gezondheid en klimaatverandering en instandhouding van de groene omgeving.
Doelstellingen.
Hoofddoelstellingen van “Nijmegen DUURZAAM Gezonde Stad in een GROENE OMGEVING”:
1. Bevordering van de consumptie van gezond voedsel in Nijmegen, en bevordering van gezonde eet- en leefgewoonten, met name bij jongeren;
2 De ecologische voetafdruk van de Nijmegenaren verkleinen door bevordering van de consumptie van seizoensgebonden en zo duurzaam mogelijk geproduceerd voedsel uit de omgeving.
3 Een nauwere verbinding tussen stad en platteland tot stand brengen, ter bevordering van een aangenaam en gezond leef- en werkklimaat in de regio.
Enkele konkrete uitwerkingen:
1 Gezondheid en voeding:
• Gemeentelijke coördinatie van een gezamenlijke inzet van scholen en de GGD en wijkmanagers om de cijfers over groenten- en fruitgebruik en overgewicht bij jongeren te verbeteren. Dagelijks groenten- en fruitgebruik door jongeren moet binnen tien jaar omhoog van gemiddeld 40% en 31% naar gemiddeld 60%, en zwaarlijvigheid moet dalen van bijna 15% naar onder de 10%. Dat kan o.a. door een streng traktatiebeleid, gezond aanbod in schoolkantines, (meer) kooklessen op scholen, en school- en wijkgerichte projecten voor ouders en kinderen. (Er kan aangesloten worden bij bestaande projecten, bijvoorbeeld bij ‘Prachtwijk Hatert’).
In die projecten wordt voorlichting gegeven over het belang van verse en seizoensgebonden producten maar ook over de herkomst van producten en over het belang van kortere aanvoerlijnen en minder verpakking.
• Mogelijkheden onderzoeken voor schooltuinen (eventueel naar Amsterdams model, zie bijlage 3), bijvoorbeeld in Lindenholt, Dukenburg, Nijmegen Noord en dichter bij het centrum, en/of op de grens van Nijmegen en het buitengebied in het plangebied Ooypolder, in de buurt van het geplande Natuurcentrum Rivieren Nederland.
(zie ook laatste punt onder ‘duurzaamheid’.)
Onderzoek wijst uit dat vertrouwdheid het groeiproces het eten van groenten en fruit en van gezonde voeding in het algemeen bevordert.
• Ook binnen gemeentelijke en maatschappelijke instellingen en in (bedrijfs)restaurants moet door een gericht aanbod en voorlichting de consumptie van verse lokale en seizoensgebonden groenten en fruit toenemen.
2 Duurzaamheid
• Het streven is de ecologische voetafdruk te laten afnemen.. Aan het begin van het project wordt vastgesteld hoeveel (seizoensgebonden) streekproducten momenteel worden afgenomen, waarna wordt afgesproken naar welke toename binnen 10 jaar zal worden gestreefd. Dat zou een indicatie zijn van de vermindering van voedselkilomers en energie (kasverwarming en transport). Bovendien zal gestreefd worden naar zuinig gebruik van verpakkingsmateriaal. Met ‘Grenzenloos Vermarkten” (producentencoöperatie voortkomend uit ‘Streekgala’) wordt overlegd over criteria voor duurzaamheid (gradaties tussen biologisch en niet-biologisch)
• De stad stimuleert en coördineert de inspanningen om het gebruik van streekproducten te verhogen door met name gemeentelijke en maatschappelijke instellingen en (bedrijfs)restaurants en tijdens evenementen. De stad doet dat door afnemers in contact te brengen met producenten van ‘Grenzenloos Vermarkten’ , zodat zij gezamenlijk de aanbesteding en de distributie kunnen verbeteren. Hierbij wordt gestreefd naar schoon transport.
• De stad coördineert ook steun en advies voor ondernemingen en kleine bedrijven die zich specialiseren in ambachtelijke of ‘buitenlandse’ of streekproducten zodat verdringing door grote ketens wordt tegengegaan.
• Wat de burgers betreft: de stad stimuleert de aanbieding van streekproducten (inclusief vers-assortiment) o.a. in een distributiepunt / winkel / (horeca?) aan de groene rand van de stad, bijvoorbeeld in /bij het geplande Natuurcentrum Rivieren Nederland bij de de Stadswaard.
3 Verbinding Stad en Land
• De stad promoot een duurzaam en toegankelijk netwerk van fiets- en wandelroutes door natuur, landschap en boerenland rond de stad Nijmegen. Promotie van de gezonde, natuurlijke omgeving en de mogelijkheden voor toerisme bevorderen de werkgelegenheid en de aantrekkelijkheid van Nijmegen als woon- en werkplek.
• De stad coördineert initiatieven voor contacten tussen stedelijk publiek (m.n. jongeren) met groen en natuur, bijvoorbeeld door boerderijbezoek en/of adoptie van een boerderij, en bevordering van deeltijdwerk en vakantiewerk op de boerderij door jongeren.
• De horeca promoot een ‘Nijmegen menu’ (streekproducten) en de stad promoot Nijmegen als dé regio voor gezond voedsel uit een gezonde, natuurlijke en duurzame omgeving.
Voor verdere mogelijkheden, die ter overweging en prioritering kunnen worden aangeboden aan belanghebbenden tijdens netwerkbijeenkomsten: zie bijlage 4.
Communicatie:
Een interactief proces is wenselijk: burgers worden bijvoorbeeld door middel van een prijsvraag betrokken bij de initiatieven om hen meer bewust te maken van belang van goed voedsel. Er kan ook gecommuniceerd worden via internet: kalender van evenementen, overzicht van initiatieven en aansprekende voorbeelden, handreiking gezond eten, groene menu’s, nuttige adressen en links, etc.
AANPAK:
Het zou mooi zijn als Nijmegen aan een aantal verbeterpunten zou gaan werken die daadwerkelijk binnen een bepaalde termijn kunnen leiden tot verbetering van de gezondheid van de bewoners, en tot een verkleining van de ecologische voetafdruk door een nauwere relatie te leggen met de regio.
De initiatiefnemers vragen de raadsfracties de wethouders van milieu, welzijn en economie en facilitaire diensten op te dragen om de bestuurlijke samenhang tussen de verschillende thema’s en acties te coördineren en het contact met deelnemende externe partijen te onderhouden.
Een stuurgroep zou de regie kunnen voeren. Deze stuurgroep zou kunnen worden samengesteld uit
– een bestuurlijk team (gemeentelijke diensten) en
– ‘Nijmegen Duurzaam Gezond’ als klankbordgroep
Er zouden netwerkbijeenkomsten georganiseerd kunnen worden voor de betrokkenen in de stad met het doel acties te formuleren en allianties te smeden. Zulke bijeenkomsten zouden de basis kunnen vormen voor de verdere werkzaamheden en zouden moeten leiden tot een breed gedragen actieprogramma. Wij denken hierbij aan gemeentelijke afdelingen, Streekgala, de GGD, het MEC, winkels en de Nijmeegse horeca, Gelderse Milieu Federatie, Nijmeegse onderwijs en zorg instellingen, opleidingen op het gebied van horeca en voeding (o.a. ROC en de HAN (afdeling diëtetiek), etc. Bij sommige van deze organisaties is de belangstelling al gepeild.
Tijdens bijeenkomsten zouden prioriteiten en een tijdspad voor acties kunnen worden afgesproken. Er kan in eerste instantie voortgeborduurd worden op reeds lopende of geïnitieerde projecten – het wiel hoeft niet te worden uitgevonden; het is eerder een kwestie van verbindingen leggen.
Overleg over sommige zaken met omliggende gemeentes ligt voor de hand.
Aanbevelingen voor de gemeenteraad
De gemeente Nijmegen stelt, onder verantwoordelijkheid van de wethouders van milieu, welzijn, economie en facilitaire diensten, een stuurgroep in.
Daarin zijn vertegenwoordigd :
– leden van een bestuurlijk team (medewerkers van gemeentelijke diensten)
– leden van een ‘Nijmegen Duurzaam Gezond’ (stedelijke en plattelandsorganisaties of personen)
De stuurgroep organiseert in het voorjaar van 2008 een
startbijeenkomst waarop o.a. de hieronder genoemde organisaties worden uitgenodigd.
Daarna zal waarschijnlijk behoefte zijn aan enkele brainstormbijeenkomsten voor de zomer,
waar per thema zo duidelijk mogelijke doelen zullen worden vastgesteld, in overleg met de betreffende wethouders:
Gezondheid en voeding:
– hoe de consumptie van groenten en fruit te verhogen?
– schooltuinen
Met GGD, scholen, instellingen, gemeentelijke dienst, MEC, etc.
Duurzaamheid en omgeving:
– Distributie en afname van streekproducten; criteria;
– promotie van de natuurlijke omgeving, boerderijbezoek, vakantie- en deeltijdwerk
Met ‘Grenzenloos Vermarkten’, gemeente, horeca, vvv, instellingen, etc
Dit alles resulterend in duidelijke plannen van aanpak.
Kosten
– kosten voor bijeenkomsten vallen grotendeels binnen de gemeentelijke begroting.
– Er wordt een besluit genomen om als pilot project minstens één schooltuin in te richten.
Kosten voor grond (in eigendom of pacht), geschikt maken grond , en inrichting (klaslokaal in bestaande of tijdelijke voorziening):
Eenmalig (ruim) 50.000 euro
daarna jaarlijks exploitatie. ………………..
(kosten worden nog onderzocht)
Er kan ook worden ook ingezet op het verwerven van middelen uit Europese fondsen (o.a. Interreg 4A) en van provinciale en landelijke subsidies.
Nijmegen Duurzaam Gezond !
U aangeboden door de groep ‘Nijmegen Duurzaam Gezond’:
G.Goverde, T. Heyden, T.Hirdes, T.Leer, A.Rutenfrans , J. Sluijsman, G. Titulaer, M.Visschers
Contact:
G.Goverde, Tolhuis 24-02, 6537 MH Nijmegen
tel 3443678, g.goverde-lips@chello.n
Bijlage 1
1 Wethouder Jan van der Meer, tijdens de opening van de Streekgala-dag 2007:
Streekproducten zijn niet alleen gezond maar ook goed voor het milieu. Als je meer streekproducten eet doe je zelfs iets aan klimaatverandering, want veel producten in supermarkt komen van ver.
Asperges uit Peru, sperciebonen uit arme Ethiopië, appels uit Chili,
Vanavond Red Hot Chilli Peppers uit Amerika….en ga zo maar door.
Producten die de wereld over worden gesleept. Dat kost veel transport en veroorzaakt veel CO2-uitstoot.
Dat geldt ook voor eigen Nederlandse producten die buiten het seizoen worden geteeld. Die komen vaak uit kassen waar veel gas wordt verstookt. Een beter milieu begint dus bij je bord. ‘Hoeveel CO2 heb jij vandaag op je bord?’ moet dan ook de hamvraag zijn aan de keukentafel. Dat minimaliseer je door uit te gaan van het Hier en Nu principe. En dan kom je uit bij streekgebonden producten.
Bijlage 2
Cradle to Cradle: ‘Remaking the Way We Make Things’ (2002) is de titel van het boek van William McDonough en Michael Braungart, waarin ze een nieuwe visie op duurzaam ontwerpen geven. De centrale gedachte van de cradle to cradle (wieg tot wieg) filosofie, is dat alle gebruikte materialen na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Om dat te bereiken moeten biologische en technische voedingsstoffen te scheiden zijn, en elk in een eigen cyclus worden herverwerkt. Bij een korte en vooral transparante keten is dit in de landbouw goed haalbaar: producten van een andere boerderij in de omgeving of afval van een bekend en vertrouwd restaurant bijvoorbeeld kunnen rustig tot diervoeders worden verwerkt.
Bijlage 3
Op de Amsterdamse schooltuinen krijgen de groepen 6/7 of 7/8 van het (speciaal) basisonderwijs een seizoen lang les in natuur- en milieueducatie. Ze gaan een middag per week naar de schooltuin. Ze krijgen in de herfst en winter les en doen proefjes in het klaslokaal maar zodra het weer het toelaat zijn ze in hun tuintje bezig (7 m3 per kind). Ze leren hoe de natuur werkt en hoe er mee om te gaan. Elke leerling krijgt een eigen stukje grond waarop hij groente en fruit kan verbouwen. “Zo krijgen ze niet alleen gevoel voor welke groente in welk seizoen groeit, maar leren ze ook dat een krop sla niet uit de fabriek komt, maar gewoon uit aarde groeit”, vertelt Birgul Donmez van stadsdeel Slotervaart. De leerlingen krijgen hun vaak aanzienlijke oogst traditioneel mee naar huis. De schooltuinen worden gerund door het Amsterdams Milieu en Educatiecentrum. Zie ook http://www.anmec.nl/index.php?id=147
Amerikaans onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen meer groenten eten als het uit eigen tuin komt, en dat ze het bovendien lekkerder vinden (Journal of the American Dietetic Association, april 2oo7.
Bijlage 4
Suggesties voor ‘Flankerend beleid’:
– Bij de aanpak in scholen en wijken hoort ook beweging. Een uitdagende speelomgeving in de wijken bevordert het bewegen maar ook sociale cohesie en participatie. Voor de oudere jeugd moet sport sterk worden bevorderd.
– overleg met allochtone (horeca) bedrijven over meer lokaal geproduceerd ‘etnisch’ voedsel.
– Meer mogelijkheden om in de eigen omgeving (het stadsgroen) bijvoorbeeld fruit te verbouwen en voor gezamenlijke (nuts) tuinen.
– werkgelegenheid: trainingen op het gebied van marketing van streekproducten en toerisme ter bevordering van de werkgelegenheid in het toerisme.
Voeding en levensmiddelen Nijmegen e.o.