Nijmegen, 24 juli 2007
Onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum St Radboud hebben een gen gevonden dat verband houdt met schizofrenie. Het gaat om het gen dat codeert voor het eiwit Caspr2. Bij drie patiënten met schizofrenie ontbreekt dit gen gedeeltelijk. (Molecular Psychiatry, on line, 24 juli).
De Nijmeegse onderzoekers, onder leiding van dr. Joris Veltman, screenden met de DNA-chipstechnologie 338 schizofreniepatiënten op ontbrekende stukken DNA (deleties). Ze vergeleken deze deleties met het DNA van een gelijk aantal gezonde individuen. Zo kwamen ze terecht bij het gen voor Caspr2. In drie van de onderzochte schizofreniepatiënten is dit gen gedeeltelijk verdwenen, terwijl het in géén van de gezonde personen is aangetast. In honderden eerder onderzochte individuen is een dergelijke deletie ook nooit gevonden. “De deletie is dus specifiek voor deze drie patiënten,” concludeert onderzoeker in opleiding Terry Vrijenhoek, die later op onder meer dit onderzoek hoopt te promoveren. “Daarmee is het een van de oorzaken van hun specieke vorm van schizofrenie.”
Schizofrenie komt voor bij ongeveer 1% van de totale wereldbevolking. Het manifesteert zich niet in iedere persoon op dezelfde manier. Over de genetische achtergrond van schizofrenie is nog relatief weinig bekend. Daarnaast kunnen ook andere dan genetische factoren een rol spelen bij het ontstaan van schizofrenie.
Vrijenhoek en zijn collega’s realiseren zich dat hun ontdekking geen verklaring is voor alle vormen van schizofrenie, maar het biedt wel perspectief. “Het ziet ernaar uit dat we met meer DNA-chips ook meer genetische factoren zullen vinden,” aldus Vrijenhoek. “Ook voor andere complexe ziekten.”
De Nijmeegse onderzoeksgroep werkte samen met deskundigen uit New York, Utrecht en Groningen.
Bron: UMC St Radboud