Nijmegen, 15 februari 2011
Startnotitie voor integraal Wmo-beleidsplan 2012-2015
De gemeente Nijmegen moet de komende jaren flink bezuinigen op de Wet maatschappelijke ondersteuning. Door vergrijzing van de bevolking en doordat mensen langer zelfstandig blijven wonen, stijgen de uitgaven voor hulpmiddelen en woon- en vervoersvoorzieningen. Tegelijkertijd dalen de inkomsten die Nijmegen hiervoor ontvangt van het Rijk en de Provincie. Tot 2014 lopen de beschikbare middelen op de begroting van het programma Zorg & Welzijn met bijna 10 miljoen euro terug. Al in 2012 wordt de gemeente Nijmegen zonder ingrijpen geconfronteerd met een tekort van zo’n 7 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door een verlaging van de landelijke Wmo-uitkering en minder landelijke en provinciale middelen voor diversiteit, jeugd, maatschappelijke opvang en welzijn. Het college van burgemeester en wethouders geeft in de startnotitie richting aan het nieuwe integrale beleid voor de Wmo dat ingaat in 2012.
Het coalitieakkoord beschrijft dat de gemeente Nijmegen streeft naar een maatschappij waarin alle mensen mee kunnen doen. Tegelijkertijd wordt de gemeente geconfronteerd met een aantal maatschappelijke ontwikkelingen die het noodzakelijk maken om het beleid in het kader van de Wet maatschappelijke Ondersteuning te hervormen. Om miljoenentekorten in de gemeentelijke begroting te voorkomen, moet Nijmegen de komende jaren een groter beroep gaan doen op de zelfredzaamheid, talenten en eigen kracht van inwoners. Het college van burgemeester en wethouders wil de gevolgen van bezuinigingsmaatregelen zo veel mogelijk beperken voor de meest kwetsbare Nijmegenaren, zoals dementerende ouderen, mensen met een ernstige beperking en/of een laag inkomen.
De komende periode vindt een heroverweging plaats van de wijze waarop de gemeente en instellingen in de stad werkzaam zijn. De hervorming van het Wmo-beleid zal langs vier principes worden uitgewerkt:
1. van fragmentatie naar samenhang in het aanbod van diverse instellingen in Nijmegen op het vlak van zorg, welzijn en jeugd. De hulpverlening kan efficiënter en effectiever worden uitgevoerd door meer vanuit de wijk samen te gaan werken. De diensten en functies van het maatschappelijk middenveld worden onder de loep genomen om ze efficiënter en vraaggerichter vorm te kunnen geven.
2. De gemeente wil in de relatie met al deze instellingen, op basis van een inventarisatie van wijkgerichte functies op het gebied van zorg en welzijn, meer gaan sturen op hoofdlijnen. Er wordt dan vooral gestuurd op het resultaat: de maatschappelijke effecten.
3. optimale zelfredzaamheid. Daarbij streeft het college van een verzorgingsmaatschappij naar een zorgzame samenleving voor elkaar. Hierbij wordt de ontwikkeling van ‘de Kanteling’ ingezet, waarin het principe van maatwerk en zelfredzaamheid leidend is: eerst wordt gekeken wat de vraag is, in hoeverre iemand de (financiële) verantwoordelijkheid zelf kan dragen en wat mensen uit de eigen omgeving voor hem of haar kunnen betekenen. Ook georganiseerd vrijwilligerswerk is een mogelijkheid. Als laatste kan een beroep worden gedaan op professionele ondersteuning via collectieve of individuele voorzieningen. Zorg op maat is het sluitstuk binnen deze benadering van getrapte verantwoordelijkheid. Hierbij worden de grenzen van de draagkracht en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen nauw in de gaten gehouden.
4. van curatie naar preventie. Voorkomen is beter dan genezen, dus hulp moet zo vroeg en laagdrempelig mogelijk beschikbaar zijn, bijvoorbeeld outreachend en via de Centra voor Jeugd en Gezin. Hiermee kan worden voorkomen dat mensen zwaardere, duurdere en langdurige vormen van ondersteuning zoals jeugdzorg, individuele Wmo-voorzieningen, bemoeizorg, maatschappelijke en vrouwenopvang en verslavingszorg nodig hebben.
Naast hervorming van het maatschappelijk middenveld moet de gemeente ook fors bezuinigen op Wmo-voorzieningen. Het coalitieakkoord noemde al een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor individuele voorzieningen, zoals woningaanpassingen, trapliften en scootmobiels. Verder kan worden bespaard door goedkopere collectieve (algemene) voorzieningen te creëren, in plaats van de huidige individuele voorzieningen. Bovendien denkt het college eraan om bepaalde kleine woningaanpassingen en -voorzieningen niet meer te vergoeden vanuit de Wmo, omdat inwoners die redelijkerwijs (qua prijs en beschikbaarheid in winkels) ook zelf kunnen aanschaffen. Zo worden dan bijvoorbeeld drempelverlaging, douchebeugels en verhoogde toiletten ‘algemeen gebruikelijke voorzieningen’.
De komende maanden worden besteed aan overleg over en verdere uitwerking van deze denkrichtingen. Om de denkrichtingen te toetsen en uit te werken organiseert het college in het voorjaar werkconferenties en themabijeenkomsten in de stad. De uitkomsten van dit proces worden verwerkt in het Wmo-beleidsplan 2012-2015.
Naar verwachting neemt de raad in het voorjaar van 2011 een besluit over de startnotitie. Het college verwacht het nieuwe Wmo-beleidsplan in het najaar aan de raad voor te leggen.
Bron Gemeente Nijmegen
Nijmegen, 2 november 2010
Tevredenheid cliënten over Wmo neemt toe
De gemeente Nijmegen heeft het afgelopen jaar flink geïnvesteerd in verbetering van haar werkwijze rond de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De tevredenheid van cliënten is in 2009 op de meeste punten dan ook zichtbaar verbeterd.
Het rapportcijfer dat Nijmeegse Wmo-cliënten geven voor de aanvraagprocedure is gestegen van 6,3 naar 6,9. De wachttijd is inmiddels ingelopen tot de norm van 8 weken die hiervoor geldt. Tegelijkertijd is een verbetertraject ingezet om de klantvriendelijkheid en snelheid structureel te verhogen.
De tevredenheid van cliënten over de organisatie van de hulp bij het huishouden is hoog wat betreft de keuzemogelijkheden, inzet, aandacht en kwaliteit (ruim 90 procent). Minder tevreden zijn zij over vervanging bij ziekte en personeelswisselingen. Toch is hierin wel een verbetering zichtbaar ten opzichte van eerdere metingen, waarschijnlijk door de boeteclausule voor het niet (tijdig) leveren van hulp. De gemeente heeft die clausule in 2009 opgenomen in de aanbesteding van de huishoudelijke hulp ter verbetering van de cliënttevredenheid op dit punt.
Ook de tevredenheid over de kwaliteit van woningaanpassingen, rolstoelen, scootmobielen en de vervoerskostenvergoeding is in de meeste gevallen hoog (respectievelijk 93, 92, 85 en 83 procent).
Zorgpunt blijft het collectief vervoer: slechts 39 procent is tevreden over de wachttijd voordat men wordt opgehaald. In 2009 waren echter nog geen verbeteringen doorgevoerd bij de Stadsregiotaxi. Om de dienstverlening te verbeteren, is in september 2010 een nieuwe vervoerder gestart waaraan strictere kwaliteitseisen zijn gesteld. Ook is er een onafhankelijk klachtenbureau ingesteld en werkt de Stadsregio aan de oprichting van een nieuwe klankbordgroep met vertegenwoordiging vanuit verschillende gebruikersgroepen. Daarnaast kunnen cliënten met een beperking die niet zelfstandig kunnen reizen, vanaf 2011 (op indicatie) gebruik maken van de Zorgtaxi.
De Wmo is een ‘participatiewet’. Bijna 85 procent van de cliënten geeft aan dat de ondersteuning vanuit de Wmo er ook daadwerkelijk aan bijdraagt dat zij zelfstandig kunnen blijven wonen. Ruim 70 procent geeft bovendien aan dat de ondersteuning bijdraagt aan het kunnen meedoen in de maatschappij. Daarnaast heeft eenderde van de Wmo-cliënten steun van een mantelzorger.
De gemeentelijke uitgaven voor alle individuele Wmo-voorzieningen nemen toe, terwijl de inkomsten van de gemeente voor dit doel dalen. Het aantal aanvragen voor Wmo-voorzieningen zoals rolstoelen, woonvoorzieningen, huishoudelijke hulp en bouwkundige aanpassingen is eind 2009 gestegen. Dit komt deels door de ingelopen wachtlijsten, maar ook begin 2010 zette de stijging door. De komende jaren staat de gemeente Nijmegen dus voor een zware opgave om haar uitgaven te beheersen en tegelijkertijd de bezuinigingsopdracht uit het coalitieakkoord te vervullen, ondanks ontwikkelingen als de vergrijzing en extramuralisering (zo lang mogelijk thuis blijven wonen). Naar verwachting zal het college hiertoe in het voorjaar van 2011 voorstellen doen aan de gemeenteraad.
Bron Gemeente Nijmegen